“Erg brokkelig, vallen uit elkaar als je ze in je jaszak doet. Paard vindt het trouwens wel lekker.”
“ze vinden het heerlijk. brokken zijn makkelijk te breken inn kleinere brokjes.”
“De emmer was kapot gegaan tijdens het transport en alle brokjes lagen los in de doos. Maar de brokjes lusten de paarden graag.”